Ik ben een gelukszoeker

Gelukszoeker. Een term die in de volksmond inmiddels bij menig Nederlander een vieze nasmaak achterlaat. Jarenlange verdachtmaking van iedereen die op de vlucht is voor leed of juist op zoek is naar vreugde en dit probeert te vinden in het westen, heeft ertoe geleid dat het een doodzonde is geworden om te zoeken naar geluk. Althans, zoeken naar geluk als je wieg niet heeft gestaan in het westen is het Grote Kwaad voor het merendeel van Nederland. Wat vooral merkwaardig is, want is de zoektocht naar geluk niet een hele menselijke drift? Wil ieder van ons niet een leven met zo min mogelijk leed en een overvloed aan vreugde? Ik weet dat ik een gelukszoeker ben en het bloed van gelukszoekers door mijn aderen stroomt. 

Jaren geleden ontvluchtte ik een klein stadje dicht bij de Duitse grens en streek ik neer in Rotterdam, omdat ik op zoek was naar een nieuw begin. Mijn tijd op de basis- en middelbare school kenmerkte zich vooral door gepest van klasgenoten en andere kinderen die op school rondliepen. Mijn huidskleur, zachtaardigheid en later ook mijn seksualiteit waren voor velen van hen een makkelijk doelwit. Toen ik de kans kreeg om die regio achter me te laten, greep ik die meteen. Ik was op zoek naar een stad waarin ik geaccepteerd zou worden voor wie ik ben en waar ik tegelijkertijd kon opgaan in de menigte. Ik was op zoek naar de ruimte om mezelf te zijn en de ruimte om mezelf niet te hoeven zijn. Maar ik was vooral op zoek naar geluk.

Later in mijn leven leerde ik hoe mijn vader een soortgelijke tocht had gemaakte. Decennia geleden maakte hij de grote reis van Suriname naar Nederland, waarmee hij onze familie de diaspora van een diaspora maakte, omdat hij zocht naar een betere toekomst. Verhalen over hoe kinderen naar school gingen in Nederland, daar konden blijven en doorleren bereikten hem in Suriname. En dat was wat hem aantrok: de mogelijkheid van alles wat zou kunnen zijn. Oorspronkelijk zou mijn vaders hele gezin naar Nederland reizen en zich daar vestigen na de onafhankelijkheid van Suriname. De bittere realiteit van hun leven destijds hield hen tegen. Slechts een paar jaar later maakte alleen hij de oversteek, omdat er geld was voor één ticket, en begon hij een nieuwe toekomst. Een toekomst die hij later weer zou delen met zijn familie toen zij op den duur ook de oversteek maakten.

Ook mijn vaders vader bewandelde eenzelfde pad. Mijn grootvader liet het platteland van Saramacca— een district in Suriname — achter om naar de grote stad Paramaribo te reizen, zoekend naar werk en de liefde. Ondanks zijn vereenzaming, omdat de rest van zijn familie niet kon begrijpen waarom hij Saramacca zou verlaten en ontnam hem daarmee zijn erfenis, was zijn zoektocht niet voor niets. Zowel werk als de liefde kwamen op zijn pad en waren het begin van zijn toekomst.

De zoektocht naar geluk is nog veel verder in mijn bloedlijn terug te vinden. Meer dan honderd jaar geleden stapten mijn voorouders in India op de boot naar Suriname. Hoewel zij onder valse voorwendselen op deze boten gelokt waren — zij waren overtuigd door dienaars van het Britse heerschappij dat Suriname het heilige land Sri Ram was — waren zij op zoek naar een betere toekomst. Naar een leven dat van hen was. Ook zij waren op zoek naar geluk. Hun realiteit in Suriname liet het tegendeel zien: onder de koloniale bezetting van Nederland moesten mijn voorouders en hun landgenoten weten te overleven en mochten zij niet de ruimte hebben voor hun eigen leven. Hun zoektocht naar geluk bleef daarmee onvervuld.

Als ik kijk naar de levenspaden van iedereen in mijn bloedlijn, dan is de zoektocht naar geluk een verschijning dat zich in elk van hun levens kenbaar maakte, zo ook in de mijne. Er zijn vele verhalen zoals die van mijn voorouders en mij. Al deze verhalen zijn verspreid over de hele mensheid. Want die verschijning, die drang naar een leven gevuld met geluk is onderdeel van de menselijke drift. Het is onlosmakelijk verbonden met wat het betekent om mens te zijn. Waar je ook vandaan komt. 


Next
Next

Verbroken beloftes