Halloween en homofobie

Vaak krijg ik de vraag wat mij drijft om constant te blijven strijden voor een betere en rechtvaardigere wereld. In de ogen van sommigen lijk ik onvermoeibaar en oogt mijn gedrevenheid onuitputtelijk. Mijn strijdlust is een zwaard dat bestaat uit vele scherven die met goud aan elkaar zijn gelijmd. Scherven die mijn leven getekend hebben. Aan één van die scherven werd ik vanochtend herinnerd.

Het is de ochtend van 1 november 2013. Ik word wakker met een katerig gevoel en draai me om. Ik lig op een luchtbedje bij een vriendin thuis. Het duurt een seconde of twee voordat de beelden van de avond ervoor zich weer in mijn geest nestelen.

Ik ben lid van de faculteitsvereniging van de universiteit waar ik aan studeer. Die vereniging kent meerdere commissies die allerlei evenementen organiseren om sociaal contact tussen studenten te laten groeien. In dat jaar was ik onderdeel van de feestcommissie. Ik had altijd al de wens om een Halloweenfeest te organiseren. De andere commissieleden vonden dat idee ook tof dus samen hadden wij de taak op ons genomen om dat op te zetten. We kozen een grote kroeg/club in Rotterdam uit als locatie.

Gewelddadig
Het Halloweenfeest begon onwerkelijk leuk. Alle gasten zagen er grandioos eng uit. Ik had mij zelf verkleed als Jigsaw van de horrorfilmreeks Saw. Langzaamaan werden de gasten vager en rommeliger, maar dan op de manier dat alleen beschonken jonge mensen dat kunnen. De avond werd ook onheilspellender. Tegen het einde van de avond — de grens van waar  avond overgaat op nacht — hoefde ik minder te letten op het reilen en zeilen van het feest. De kroeg liep langzaam leeg en er was ruimte om zelf te dansen. Mijn oog was gevallen op één van de bezoekers van het feest. Zijn naam noch zijn gezicht waren onbekend voor mij. Hij en ik waren samen aan het dansen en beetje bij beetje gingen we steeds dichter bij elkaar dansen. Tot onze lippen raakten. De mengelmoes van de alcohol in mijn lichaam en de spanning van het moment liet me de tijd en ruimte om me heen vergeten. Tot het moment dat we gewelddadig uit elkaar getrokken werden.

Eén van de barmannen had ons uit elkaar getrokken. Met verheven stem riep hij dat we dit soort dingen daar niet moesten doen. Het duurde een moment of twee voordat ik besefte wat me overkwam en ik werd overweldigd door versterkte emoties. Verward. Boos. Verdrietig. Al deze emoties vochten met elkaar om de dominantste te zijn. Toen ik weer met beide benen op de grond stond besloot ik om meteen te vertrekken. Ik riep de vrienden waar ik mee was en weg waren we. Buiten vertelde één van hen mij dat zij naar de beveiliging was gestapt. Ze vond het gedrag van de barman onacceptabel. De reactie van de beveiliger? “Die shit is ook vies, bah.”

’Beide partijen’
De avond blijft zich maar herhalen in mijn hoofd. Ik voel aan m’n ogen en keel dat ik na het feest ’s nachts heb gehuild. Verdriet had het inmiddels gewonnen van de andere emoties en Ongeloof had zich erbij gevoegd. Ik twijfel wat ik hiermee ga doen. Na wikken en wegen kies ik ervoor om op Facebook te delen wat er is gebeurd. Vrijwel meteen zie ik een handjevol vrienden, bekenden en studiegenoten verontwaardigd reageren. Ook zie ik de reactie van een bestuurslid van de faculteitsvereniging. "We zullen van beide partijen aanhoren wat er precies gebeurd is op het betreffende moment en passende maatregelen treffen met de middelen die we ter beschikking hebben."

Later gebeurde dat ook inderdaad. ‘Beide partijen’ zouden aangehoord worden. In een gesprek met de eigenaar van de kroeg, de betreffende barman, dat bestuurslid en ik werd er gesproken over wat er was gebeurd. Een halfbakken excuses werd mijn kant opgegooid en ik moest het er maar mee doen. Vele dagen later hadden andere studiegenoten via via gehoord wat er op dat Halloweenfeest was gebeurd. Ze spoorden me aan om in actie te komen. Om me te verzetten tegen wat me was aangedaan. Maar het verdriet van de avond had zich vastgeklampt aan mijn geest. En het idee aan meer aandacht maakte me alleen maar banger. Ik was bang voor de consequenties die ik zou moeten voelen als ik besloot het grootser te maken. Ik was bang om een doelwit te worden. Dus met mijn staart tussen mijn benen besloot ik om dit aan me voorbij te laten gaan.

Hoewel de online reacties enigszins hielpen tegen het verdriet, versterkten de reactie van het bestuur en de ongemeende excuses van de kroegeigenaar en de barman de bodemloze eenzaamheid die mij vasthield. Dat verdriet en die eenzaamheid heb ik nog maanden met me meegedragen. Beetje bij beetje kon ik accepteren wat er was gebeurd en vormde het me. Uiteindelijk zou dit moment één van de laatste keren zijn dat ik niet voor mezelf zou opkomen. Ik zou die scherf van mezelf oppakken, met goud in het zwaard voegen en verder mijn pad bewandelen.

Next
Next

Licht in de duisternis