Wie bepaalt wat journalistiek is?

Vorige maand gaf ik bij de NTR een presentatie over lhbtiqa+ rechten in Nederland. De omroep had mij benaderd vanwege mijn kennis over het onderwerp. Enkele momenten voordat ik begon, kreeg ik te horen dat ik niét aangekondigd zou worden als journalist, maar als schrijver en activist. Niet als journalist en schrijver, wat ik de week ervoor had aangegeven te willen. Toen ik naderhand vroeg waarom, kreeg ik te horen dat het een signaal was van ‘bovenaf’. Ik kreeg er een ongemakkelijk gevoel bij. Toen het moment daar was, was mijn gehele aankondiging overgeslagen en kreeg ik een microfoon in mijn handen gedrukt. De dagen na de presentatie bleef het ongemakkelijke gevoel aanhouden. Ik belde mijn contactpersoon op om verhaal te halen.

Wat bleek, er was een klacht over mij ingediend na de interne aankondiging van mijn presentatie. Ik zou niet als journalist of schrijver aangekondigd mogen worden, of überhaupt die titels mogen dragen, vanwege hoe ik me in mijn columns (!) en op mijn persoonlijke (!) Instagram-pagina uitlaat over sociale rechtvaardigheid. De directie van de NTR kon er niet eensgezind een besluit over maken en had meer bedenktijd nodig, maar omdat de tijd drong, maakten ze alvast de keuze zonder mij daar van tevoren over in te lichten. Door deze aanvaring bleef ik nadenken over wat hier daadwerkelijk gebeurd was, en vooral: wie bepaalt wat journalistiek is?  

Waarheidsgetrouw
Journalistiek is geen beschermd beroep en daarmee mag en kan iedereen zich journalist noemen. Er zijn wel meningen, visies en standpunten over wat betrouwbare journalistiek is. Zo heeft bijvoorbeeld de Nederlandse Vereniging voor Journalisten een code voor de journalistiek. In de code van de NVJ komen de woorden ‘objectief’ en ‘neutraal’, kenmerken die een journalist zou moeten hebben vanuit een traditioneel oogpunt, echter helemaal niet terug en worden dus ook niet opgelegd aan journalisten.

Integendeel zelfs, de NVJ opent de code met een preambule waarin vermeld wordt dat een betrouwbare en pluriforme journalistiek van het grootste belang is voor de democratische samenleving. Wat ook naar voren komt, is een focus op waarheidsgetrouw en eerlijk te werk te gaan, onafhankelijkheid en een open vizier hebben. Deze punten worden geconcretiseerd door bijvoorbeeld bronverificatie te benadrukken en stellen dat de journalistiek verantwoording aflegt welke journalistieke methodes gebruikt zijn.  

Wat is waar? 
Journalistiek wordt door sommigen ook beschouwd als een rechtvaardig beroep waarin men met passie de waarheid wil achterhalen, het nieuws aan het licht wil brengen en zelfs verhalen wil vertellen. Ook dan is het niet een neutraal verschijnsel omdat het zich dan ook verhoudt ten opzichte van bijvoorbeeld de waarheid die weggestopt wordt. In diezelfde lijn ligt ook de vraag: wat is de waarheid? In hoeverre bestaat er iets als de absolute waarheid? Wat de mens als waar(heid) beschouwd zal altijd zo geïnterpreteerd worden door de mens en daarin heeft ieders eigen ervaring, waarneming en belevingswereld weer invloed op.

Hetzelfde kan gesteld worden over objectiviteit, een principe dat ook nagestreefd moet worden volgens de journalistieke status quo. Maar wat is objectief in deze context? Is ook objectiviteit niet geheel bepaald door de waarneming van de mens en daarmee eigenlijk niet de afgesproken subjectiviteit van de meerderheid? Is een queer journalist die rapporteert over lhbtiqa+-kwesties neutraal en objectief? Of moet die eerst door meerdere hoepels springen, zichzelf geheel afvlakken en zich bewijzen aan de bepalers van de journalistieke status quo voordat die verslag mag leggen over lhbtiqa+-kwesties? 

Controle van de macht 
Het journalistieke principe van machtscontrole laat ook zien dat het neutraliteitsargument als sneeuw voor de zon verdwijnt. Daar waar machthebbenden zijn, zijn verschillende belangen die de status quo of bedienen of juist tegenwerken. Journalistiek als controle van de macht is per definitie niet normaal omdat journalistiek dan zelf een ‘standpunt’ inneemt en zich verhoudt tot de macht en de status quo.

Wanneer journalisten bijvoorbeeld te werk gaan om de macht te controleren in niet-democratische regimes, dan moedigen we ze terecht aan. Wanneer extreemrechtse politici journalisten bestempelen als ‘tuig van de richel’ dan wordt dat beschouwd als aanval op de vrije pers (alhoewel dat sentiment in Nederland begint af te nemen doordat conservatief en extreemrechts denken meer voet aan de grond krijgt). 

De heersende norm
De status quo binnen de journalistiek bepaalt ook wat beschouwd wordt als de definitie van journalistiek. In België is er bijvoorbeeld een cordon sanitaire wat betreft de verslaglegging van en ruimte geven aan extreemrechtse partijen. Thomas Gadisseux, politiek chef van de RTBF, vertelde daarover het volgende bij NOS: “We kunnen niet dienstdoen als spreekbuis voor politici die illegale uitspraken doen.” Gadisseux stelt dat er context gegeven moeten worden bij de uitspraken van radicaal- of extreemrechts.

Daarbij wordt wel aangegeven dat dit bij de Nederlandstalige media in België wel anders is en deze partijen wel beeldtijd krijgen, maar alsnog kritisch bevraagd worden door journalisten over uitspraken van de extreemrechtse flank, zoals uitspraken over ‘omvolking’. Ongeacht of deze methode werkt of niet, de Belgische journalistiek bekent politieke kleur en journalisten nemen een standpunt in. 

Een verzuild landschap
Neutraliteit in de Nederlandse journalistiek is in de praktijk ook niet geheel aanwezig. Verschillende kranten en platforms in Nederland hebben elk een eigen toon, insteek en politieke kleur, als resultaat van de verzuiling van de vorige eeuw. De website Media Bias Fact Check illustreert hoe kranten zelf ook een bias (vooroordelen) kunnen hebben en nepnieuws kunnen produceren.

Zo omschrijft MBFC bijvoorbeeld NRC als een krant met een ‘left-center bias’, scoort het hoog op de factchecks en beschouwt het medium de krant als erg betrouwbaar. De Volkskrant krijgt dezelfde oordelen, behalve de bias: volgens MBFC is de Volkskrant centrumrechts. De Telegraaf daarentegen wordt door het platform beschouwd als rechts en conservatief, en is niet altijd even feitelijk omdat het niet altijd voldoende bronnen citeert bij rapportages. Al deze voorbeelden illustreren dat ‘kwaliteitskranten’ ook niet ‘neutraal’ zijn en ook niet allemaal even betrouwbaar worden beschouwd. 

Pluriforme journalistiek
De journalistiek kan zelden volledig neutraal zijn en wordt vaak gevormd door de maatschappelijke en politieke context waarin zij opereert. In plaats van te streven naar een onbereikbare objectiviteit, zouden we moeten focussen op waarheidsgetrouwheid, onafhankelijkheid en transparantie in de journalistiek. Dit vraagt om een heroverweging van wat het betekent om een journalist te zijn en wie de autoriteit heeft om deze definitie vast te stellen.

Uiteindelijk kan een meer inclusieve en diverse benadering van journalistiek bijdragen aan een rijker en meer genuanceerd beeld van de werkelijkheid, wat essentieel is voor een gezonde democratische samenleving. 


Previous
Previous

Over de racistische rellen in het VK

Next
Next

Wat is ‘professioneel’?